Bezig zijn met Abstractie

Abstracte kunst roept voor een toeschouwer een beleving op die naar eigen believen door de kijker kan worden aangevuld. Het zich ‘eigen’ maken — die persoonlijke invulling is hier van belang. Die beleving is peilbaar, die beleving is niet meetbaar.

Door perspectief blijft de beleving van afstand c.q. ruimte in een tekening of schilderij wel meetbaar, maar ‘ruimte’ moet toch ook op een andere wijze weer te geven zijn. Mijn nieuwsgierigheid is: hoe kan ik in een schilderij, op een plat vlak dus, een beleving van ruimtes oproepen, zonder gebruik te maken van perspectief. Dan nog de vraag hoe peilbaar het weergegeven beeld moet zijn; in hoeverre moeten zintuiglijke ervaringen van de kijker — zijn beleving van het beeld in het schilderij of tekening of van het ruimtelijk werk worden aangestuurd?

Beeldelementen zijn vrijwel altijd dragers van een betekenis en zijn in die zin een taal waarmee een toeschouwer zich aangesproken kan voelen. Figuratieve beeldelementen hebben in het maatschappelijk verkeer een min of meer omschreven betekenis, geven richting aan het totale beeld en zijn dus van invloed op de beleving van de kijker.

Het is niet mijn intentie enig beeldelement in mijn schilderijen per se naar een ons omgevende werkelijkheid te laten verwijzen. Het is ook niet de bedoeling met de door mij gebruikte beeldelementen een verwijzende betekenis mee te geven, waardoor bepaalde associaties bij de kijker worden opgeroepen; alleen de beleving van ‘een ruimte’. Nochtans is het niet geheel uit te sluiten dat toeschouwers het beeld toch als deel van hun werkelijkheid trachten te ‘lezen’; de alledaagse omgeving is immers voor elke kijker het meest voorkomende beeldmateriaal.

In mijn huidige werk gaat het om ‘de indruk van een ruimte’ die in beginsel betekenisloos is; een ruimte die bestaanbaar is in de geest en niet nadrukkelijk verband houdt met een werkelijkheid. De weergegeven ‘ruimte’ moet uitnodigend zijn om binnen te gaan, leiden tot een rondgang en het proeven van een sfeer; de beleving die dàn bij de kijker wordt opgeroepen. Natuurlijk zullen de door mij gebruikte beeldelementen sturing geven, maar dat is suggestief bedoeld; sommige zijn min of meer herkenbaar, maar uitdrukkelijk vaag geschilderd om alleen associatief richting te geven.